Les verbes (de werkwoorden)
DE REGELMATIGE WERKWOORDEN (LES VERBES RÉGULIERS)
1. WERKWOORDEN DIE EINDIGEN OP -ER
Een voorbeeld van een werkwoord dat eindigt op -er is 'aimer' (houden van).
Wanneer we dit werkwoord gaan vervoegen, gaan we de stam van het werkwoord koppelen aan de correcte uitgangen. De stam vormen we door de -ER weg te laten.
DUS:
STAM = AIM
uitgangen: e, es, e, ons, ez, ent
- j'aime
- tu aimes
- il / elle / on aime
- nous aimons
- vous aimez
- ils / elles aiment
DE ONREGELMATIGE WERKWOORDEN (LES VERBES IRRÉGULIERS)
1. ÊTRE (ZIJN)
- je suis ik ben
- tu es jij bent
- il / elle / on est hij / zij / men is
- nous sommes wij zijn
- vous êtes jullie zijn
- ils / elles sont zij zijn
Een liedje om de vervoegingen beter te onthouden, vinden jullie via de volgende link:
https://www.youtube.com/watch?v=z2IrJ0DB0Xg
2. AVOIR (HEBBEN)
- j'ai ik heb
- tu as jij hebt
- il / elle / on a hij / zij / men heeft
- nous avons wij hebben
- vous avez jullie hebben
- ils / elles ont zij hebben
Een liedje om de vervoegingen beter te onthouden, vinden jullie via de volgende link:
https://www.youtube.com/watch?v=MnUWNIN3zss
3. ALLER
- je vais ik ga
- tu vas jij gaat
- il / elle / on va zij / hij / men gaat
- nous allons wij gaan
- vous allez jullie gaan
- ils / elles vont zij gaan
Een liedje om de vervoegingen beter te onthouden, vinden jullie via de volgende link: